Riemer Rijpkema nam in 2022 afscheid als directeur van CLC-Vecta maar is nog volop betrokken bij de livecommunicatiebranche, onder meer als voorzitter van Gastvrij Nederland. Én als expert vanuit de branche bij de Nederlandse Congres- en Vergadermonitor. ‘We weten nu te weinig van deze omvangrijke markt om deze te kunnen duiden.’

De Nederlandse Congres- en Vergadermonitor is een jaarlijks onderzoek naar de markt van congres- en vergaderzalen. Publique doet dat onderzoek in samenwerking met een aantal partners, zoals branchevereniging CLC-Vecta, vergelijkingssite MeetingReview en onderzoeksbureau Blauw Research). Daarnaast is er een adviesraad, waarin branche-expert Rijpkema zitting heeft.

Waarom is dit onderzoek noodzakelijk?

"Het kunnen beschikken over (big)data biedt handvatten om de betekenis van de performance te duiden, te benchmarken, te objectiveren. De monitor biedt de gelegenheid voorspellingen te ontwikkelen, de kans om te anticiperen, het biedt bewijslast en daarbij een objectief reflectiekader voor discussies of om tot besluitvorming te komen."

"Kortom, data zijn voorwaarde om markten en performances te beoordelen en te duiden. Ze zijn mede richtinggevend in besluitvorming. Denk bijvoorbeeld aan het verkrijgen van financiering. Maar onderschat ook niet de waarde voor het verkrijgen van subsidies, de relevantie voor beleidsbepalers en het verbeteren van het inzicht van overheidsdiensten die betrokken zijn bij de diverse aspecten van events."

Als voormalig directeur van CLC-Vecta heb je diverse projecten op het gebied van benchmarks voorbij zien komen. Waarom die steeds terugkerende ambitie om de zalenmarkt in beeld te brengen?

"Het antwoord zit voor een belangrijk deel opgesloten in de vraag. Zalen, in allerlei afmetingen en in vele vormen van locaties, in diversiteit in faciliteiten. Een zaal is een overdekte ruimte waar allerlei vormen van ontmoetingen plaatsvinden: groot en klein, vele vormen van zakelijke bijeenkomsten en evenementen, consumentenevents, maar ook opleidingen en particuliere bijeenkomsten. Is zaal wel het juiste woord, of is eventruimte beter?"

"En het is een zelfstandige exploitatie of een onderdeel van een exploitatie, denk bijvoorbeeld aan een congres- en vergadercentrum met of zonder hotel, een beursgebouw, et cetera. Het heeft allemaal met omvang en gebruiksmogelijkheden te maken. We weten nu te weinig van deze omvangrijke markt om te kunnen duiden en daar ons voordeel mee te kunnen doen."

"Dat wat er internationaal aan gegevens beschikbaar is, dat is echt op een hoger abstractieniveau. Denk hierbij aan onderzoeken vanuit ICCA en de World Map of Exhibition Venues vanuit UFI."

Je bent nu onder meer voorzitter van Gastvrij Nederland. Zie je links naar vergelijkbare onderzoeken in de andere sectoren van de gastvrijheidsindustrie? 

"Je ziet dat grotere brancheverenigingen zoals Koninklijke Horeca Nederland en Hiswa-Recron zelfstandig onderzoeken initiëren of onderzoeken mede mogelijk maken. De verenigingen van iets kleinere omvang maken het bij voorkeur heel specifiek en zien waar krachten te bundelen zijn. Afhankelijk van de noodzaak wordt gekozen voor specifiek of meer generiek onderzoek."

"Deze kennis zal altijd nodig blijven, maar mijn wens is dat we er met elkaar in slagen onderzoek naar een nog hoger abstractieniveau te tillen, gastvrijheidssector-breed. De uitkomsten bieden verrijkende inzichten in planontwikkeling voor langere termijn en vergroten ook de kansen voor de sector in de lobby op landelijk, provinciaal en lokaal niveau en die bij financiële instellingen."

Je bent ook adviseur evenementenbeleid in Vlissingen. Zijn marktcijfers belangrijk bij deze advisering?

"Ik ervaar dat kennis van landelijke data en dit kunnen projecteren op lokale of provinciale werkelijkheid of ambitie, niet overal in dezelfde mate en kwaliteit beschikbaar is. Dit bemoeilijkt discussies omdat je het gevaar loopt met elkaar te debatteren over veronderstellingen, met het risico dat hierop hier mede besluitvorming op tot stand komt. Vandaar dat ik er voor pleit om ook op lokaal niveau te starten met het vastleggen van data om objectieve vergelijkingen en inzichten te bieden als onderlegger voor besluitvorming."

Je hebt ook gezegd dat er te weinig zakelijke evenementen in Zeeland zijn. Het aanvragen van een evenementenvergunning zou veel eenvoudiger moeten. En aan subsidies moeten prestatievoorwaarden worden verbonden. 

"Als ik zie wat enkel in Vlissingen en omgeving aan initiatieven wordt ontwikkeld, dan is er zeker ruimte om zakelijke evenementen en bijeenkomsten te laten groeien. Denk aan Hotspot Delta Innovatie op het gebied van Data, Maritiem, Veiligheid en Voedsel. Maar ook met de Sectoragenda Maritieme maakindustrie."

"Het aanvragen van evenementenvergunningen wordt in algemene zin in belangrijke mate bemoeilijkt door de toename van regelgeving en de daaruit volgende voorwaarden. Hierdoor nemen de kosten voor de organisator verder toe en dat ontmoedigt de initiatiefnemers. Dit vraagt om extra ondersteuning vanuit de gemeenten voor de organisatoren en inlevingsvermogen van beide partijen."

"Daarbij ben ik van mening dat het verstrekken van subsidies altijd met afspraken over het bereiken van doelen gepaard dient te gaan. Dit helpt bij het objectief evalueren en de verantwoording."

Maar is het aanbod aan evenementenruimtes in Vlissingen wel toereikend? 

"Het diverse aanbod van overdekte locaties op dit moment is mijns inziens wel toereikend, zeker als je hierbij de planontwikkeling van de Machinefabriek in Vlissingen betrekt. En ook hier geldt de noodzaak en de kracht van onderzoek, data, demografische en socio-economische gegevens om de wenselijkheid van initiatieven in een dunnerbevolkt gebied en met een beperkter umfeld te kunnen duiden."