Congressen

‘Willem-Alexander was een prima consultant geweest’

In het spoor van de koning

Als Nederlandse ondernemers zaken willen doen met het buitenland dan kan de overheid daaraan een bijdrage leveren. Een van de opties is dat je als ondernemer meegaat met een zogenoemde handelsmissie. Dat is een georganiseerde trip waarbij er netwerkevenementen, bezoekjes aan bedrijven en diners plaatsvinden en mensen in dezelfde branche elkaar kunnen ontmoeten. Die misies worden georganiseerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

In de periode 2008-2022 hebben ruim vierduizend verschillende Nederlandse bedrijven minimaal een keer deelgenomen aan 192 verschillende handelsmissies onder leiding van een minister of staatssecretaris, zo blijkt uit een inventarisatie van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS).

Bij sommige van die handelsmissies zijn ook de leden van het Koninklijk Huis aanwezig en daar willen we op inzoomen. Heeft de aanwezigheid van de koning zin voor de deelnemende ondernemers?

Leuk om te doen

Koningshuisjournalist Rick Evers reist regelmatig mee bij dergelijke missies. “Beatrix hield zich daar het liefst verre van, maar Willem-Alexander ziet er wel de meerwaarde van in. Dat koppelen van vraag en aanbod wordt natuurlijk intensief voorbereid op de ambassade en het koningspaar is dan vaak even aanwezig bij een netwerkevent als onderdeel van het totale programma. Zo’n foto van een ondernemer met de koning hangt dan nog jaren in de lobby van het bedrijf.”

Evers denkt dat Willem-Alexander er behoorlijk goed in is. “Hij zou een goede consultant zijn want hij is heel handig in verbinden. Je merkt regelmatig dat hij de verbinding zoekt tussen lokale en internationale bedrijven en overheden. Daar moet je niet naïef over zijn.”

Het effect van de missies met koninklijke aanwezigheid lastig te meten is, realiseert Evers zich, maar hij gelooft wel degelijk dat ze zin hebben. “Ik geloof wel dat het deuren opent voor ondernemers. Vooral in de landen zonder koningshuis zie je gewoon dat er extra veel aandacht voor is. Dat maakt het voor bedrijven extra interessant om zaken te doen met Nederlandse bedrijven, zo hoor je van ondernemers ter plekke.”

Totale handel neemt niet toe

Joop Adema is onderzoeker bij het Duitse ifo institute dat academisch onderzoek doet naar economische vraagstukken in Duitsland en Europa. Hij onderzocht de effecten van vijftien verschillende bezoeken/handelsmissies van het koningspaar aan Duitse deelstaten tussen 2013 en 2019.

“De totale handel, zowel van Nederland naar de Duitse deelstaten, als andersom, neemt niet toe na een handelsmissie”, vertelt hij. Waarom het niet effectief is, is lastig te interpreteren. “In elk geval handelen Nederland en Duitsland al veel met elkaar, dus kennen bedrijven mogelijke toeleveranciers en klanten over de grens waarschijnlijk al (….).”

“Misschien heeft het wel een effect op de banden tussen bedrijven waarvan vertegenwoordigers uit Nederland meegaan. Zover ik weet, heeft niemand dit bestudeerd.”

Adema denkt dat er betere methodes zijn om de handel te bevorderen. “De literatuur laat overtuigend zien dat het verlagen van importtarieven en het creëren van een enkele markt met uniforme productstandaarden goed werkt.”

 


CBS-onderzoek bewijst effectiviteit handelsmissies

Missiedeelname verhoogt de kans dat bedrijven gaan handelen met het bestemmingsland met ruim 7 procent en de kans dat zij er gaan investeren met 2 procent. Na deze ondersteuning zijn deze nieuwe handelaren vervolgens net zo succesvol als onafhankelijke starters.

Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken, waarvan de resultaten zijn gepubliceerd op 24 april.

Bestaande handelaren gaan niet méér handelen, maar blijven door de missie wel langer aanwezig op de buitenlandse markt. Een handelsmissie halveert wel de kans dat een structurele handelaar de markt verlaat. Ook blijkt een handelsmissie incidentele handelaren te kunnen helpen om uit te groeien tot structurele handelaren.

Het aandeel zelfstandig midden- of kleinbedrijven onder de missiedeelnemer is door de jaren heen gegroeid van 63 procent in 2010 naar 75 procent in 2022. Zelfstandige mkb’ers hebben gemiddeld een grotere kans om binnen twee jaar na een missie te beginnen met handelen dan grootbedrijven: 8,9 procent tegenover 6,2 procent.

De zogenoemde BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) zijn populaire bestemmingen voor handelsmissies. Van alle bezochte landen was de kans op een handelsrelatie na een handelsmissie aan een BRICS-land het grootst, namelijk 15,4 procent. Handelsmissies naar overige ontwikkelingslanden blijken geen significant effect te hebben op de kans dat deelnemende bedrijven er gaan ondernemen.

Bedrijven die een man op missie sturen hebben een hogere kans op markttoetreding dan bedrijven die een vrouw sturen. Dit komt echter niet door het verschil in geslacht, maar door structurele verschillen in het soort bedrijf waarvoor de man of vrouw actief is. Zo vertegenwoordigen vrouwen relatief vaak kleinere bedrijven, eenmanszaken, verenigingen, stichtingen en bedrijven in dienstensectoren. Mannen representeren juist vaak bv’s in de industrie. Het aandeel vrouwen is bij handelsmissies naar OECD-landen 20 procent en naar overige landen 11 procent.


 

Wel degelijk zin

Loe Franssen, senior statistisch onderzoeker bij het CBS, is bekend met het onderzoek van Adema, maar vindt de aanpak wat aan de smalle kant. “Let wel: zij kijken alleen naar het effect op bestaande handelaren, terwijl ons onderzoek en ook andere literatuur al heeft aangetoond dat handelsmissies daar niet veel effect op hebben, koningshuis of niet. Het voordeel van een handelsmissie zit met name bij bedrijven die nog niet actief waren op de buitenlandse markt.”

Franssen gelooft wel degelijk dat de bezoekjes zin hebben. “Het idee achter een handelsmissie is om informatiebarrières te verhelpen. Een bedrijf is mogelijk geïnteresseerd in een buitenlandse markt, maar weet er niet genoeg vanaf. Bedrijven geven ook aan dat dit de voornaamste redenen zijn om mee te gaan.”

Volgens Franssen heeft zo’n missie het meeste effect als er weinig informatie is over de markt. “Dus: een bedrijf is nog niet actief in – laten we zeggen – China, en gaat dan mee op handelsmissie. Dan zien we dat de kans dat het bedrijf vervolgens binnen twee jaar naar dat land gaat exporteren gemiddeld zo’n 7 procentpunt hoger ligt dan wanneer het bedrijf niet op missie geweest was.”

“Ook het feit dat we zien dat bedrijven die al actief zijn in de buitenlandse markt géén significant effect ondervinden van deelname aan een handelsmissie interpreteren wij als zijnde bewijs dat een missie alleen ‘werkt’ wanneer daar ook daadwerkelijk een informatie barrière zit.”

Een mooie rol

Huub Ruel, Head of Academic Development Business Diplomacy/Corporate Governance & Ethics Scholar aan de Universiteit Twente, onderschrijft deze stelling. “Handelsmissie zijn een stap in een proces van een bedrijf of organisatie om nieuwe markten te verkennen of op te gaan. Veelal gaat er voor bedrijven erg veel werk aan vooraf voordat het stadium van een samenwerking of daadwerkelijk groot contract wordt bereikt.”

“Vooral voor het tekenen van overeenkomsten of daadwerkelijke contracten kan het koningshuis een mooie rol spelen. Immers, het kan een mooie kers op de taart zijn voor contractpartijen als de koning en koningin bij de ondertekening aanwezig zijn.”

“Door het koningshuis voorop te laten gaan, ontstaat er vrijwel zeker een mooi positief effect op de handels/economische betrekkingen tussen landen. Maar dat effect is niet zomaar eenvoudig in een euro's om te zetten.”

Hij ziet het effect dus wat breder. “De aanwezigheid van het koningshuis geeft dus dat extra gewicht aan een missie en dat trekt bredere en kwalitatief betere aandacht in het gevisiteerde land. En door het staatsbezoek worden relaties tussen landen (her)bevestigd en/of versterkt.”

“Het koningshuis speelt een belangrijke rol in het 'branden' van Nederland, in het 'vermarkten' van het 'merk' Nederland. Royalty doet het over het algemeen goed bij het publiek en Nederland als monarchie, dat 'verkoopt' doorgaans goed.”


Antwoorden waar je (n)iets aan hebt

Natuurlijk waren we voor dit verhaal ook benieuwd naar de bevindingen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zelf. De woordvoerders daar wees ons echter door naar de Rijks Voorlichtingsdienst waaraan we wat vragen per mail stelden. Met de antwoorden kun je niet zoveel als lezer, maar informatief is nog wel het antwoord op de vraag wat het koningspaar eigenlijk precies doet tijdens zo’n trip. ‘Handelsmissies hebben vaak een ander programma parallel aan dat van het Koninklijk Paar. Ook binnen handelsmissies met verschillende thema’s gelden verschillende programma's voor de deelnemers. Het Koninklijk Paar neemt deel aan een of meerdere programma-elementen van de verschillende schema’s en is in die hoedanigheid aanwezig bij bijvoorbeeld bedrijvenbezoeken, rondetafelgesprekken of de ondertekening van MoU's (een soort herenakkoord, red.). Staatsbezoeken en internationale (economische) werkbezoeken met handelsmissies vallen onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Daarom vergezelt meestal de minister van Buitenlandse Zaken de koning of een ander aangewezen bewindspersoon.’


 


Deel dit bericht


Reacties

Er zijn nog geen reacties.


Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.


Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief