Rutte onder de indruk van vakbeurs Elektrotechniek

Fractievoorzitter Mark Rutte van de VVD vindt dat de Nederlandse overheid alle auto’s moet vervangen door elektrisch aangedreven voertuigen. Hij pleitte hier maandag 28 september voor tijdens de opening van de vakbeurs Elektrotechniek. Rutte opende de beurs symbolisch door ‘zijn’ elektrische auto aan de laadpaal te koppelen. Elektrotechniek 2009 wordt tot en met aanstaande gehouden vrijdag in de Jaarbeurs in Utrecht.Speciaal voor de gelegenheid kwam Rutte aanrijden in een elektrisch aangedreven auto. Hij zei aangenaam verrast te zijn door het acceleratievermogen en de power van de auto. De VVD-fractievoorzitter zei veel van de elektrische auto te verwachten. Hij noemt het niet meer dan logisch dat de overheid in elektrische auto’s investeert. Rutte: Ik weet dat de initiële kosten van elektrische auto’s op dit moment hoger zijn dan die van een regulier exemplaar. Neemt niet weg dat ik vind dat de overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen. Bovendien stimuleert dit de economie, omdat de overheid meteen de grootste afnemer is van dit type auto’s. Er gebeurt dan iets substantieels. En zo’n stimulans kunnen we goed gebruiken. Daarnaast moet de overheid ook op milieugebied het goede voorbeeld aan de samenleving geven.’

Rutte nam uitgebreid de tijd om de beurs te bezoeken. Hij toonde zich onder de indruk van het innovatieve gehalte van de elektrotechnische sector. In gesprekken met studenten Elektrotechniek benadrukte hij dat ze een goede keus hadden gemaakt met hun technisch georiënteerde studie. ‘Jullie gaan later méér verdienen dan een juridisch medewerker of een boekhouder.’ Rutte kon uiteraard op instemming rekenen van de studenten.

Volgens projectmanager Irene Moon van VNU Exhibitions Europe, de organisator van Elektrotechniek, wordt de beurs op een interessant moment gehouden. ‘We zien heel langzaam het tij keren. Waren het een jaar geleden alleen maar negatieve geluiden die we hoorden, ik zie nu het tegenovergestelde. We zien dat terug op de beursvloer. Ik zie in ieder geval een stabiele ontwikkeling op het gebied van het aantal bezoekers.’