Nederland moet blijven ontmoeten

De onverwacht harde economische recessie van vorig jaar raakte de meeting industrie dubbel. Zeker in de categorie waar ‘fun’ voorop staat. Die werd niet alleen getroffen door de lagere budgetten die bedrijven beschikbaar stelden, maar ook door de kwade reuk die aan (verwen)evenementen kwam te hangen. In een tijd van ontslagen wordt een evenement al snel als nutteloos feest of snoepreisje bestempeld en is de werkelijke waarde van bijeenkomen snel vergeten.

Internationaal boden enkele brancheorganisaties tegengas. Zo lanceerde de Amerikaanse U.S. Travel Association begin 2009 haar campagne Meetings Mean Business, nadat bedrijven die een noodlening van de overheid kregen, verplicht werden om budgetten voor meetings, events en incentive programma’s vooraf te laten goedkeuren.  Eveneens als reactie op de Amerikaanse TARP-regelgeving lanceerde de internationale vakvereniging MPI de website MeetingIndustrieCrisisCenter.org, inmiddels omgedoopt naar het meer positieve Meetings Mean Results, om het belang van meetings te onderbouwen.

Dichter bij huis voert Visit Britain de campagne ‘Keep Britain Talking’ duidelijk te maken dat zakelijke evenementen niet gezien moeten worden als geldverspilling.  De Engelse brancheorganisatie Eventia ondersteunt de campagne deze week met een white paper waarin het belang van de meeting industrie met cijfers wordt onderbouwd.

In Nederland blijft het opvallend stil. Ieder van de vele verenigingen in evenementenland zal ongetwijfeld ergens op haar website het belang van evenementen onderstrepen, maar van een collectieve actieve campagne is geen sprake. Hoog tijd dat dit wordt opgepakt. Nederland moet blijven ontmoeten.