Beurzen
‘Er komt géén zwemvijver van anderhalve meter diep, wél een ‘waterspiegel’ van anderhalve centimeter diep. Met zijn vijfduizend vierkante meter straks de grootste waterspiegel van het land. En er komt een sport- en recreatiepark eromheen.’ Dat was ongeveer de enige mededeling op een persconferentie over het ambitieuze NEO-project, dat de Brusselse Heizelvlakte een nieuwe bestemming moet geven.
Brusselse (amateur)sporters staan straks voor een verscheurende keuze: gaan we hiér sporten of gaan we dáár sporten? ‘Hier’ is, vanaf 2020, het sport- en recreatiepark dat in het kader van het stadsontwikkelingsproject NEO wordt aangelegd in de Heizelvlakte. ‘Daar’ is ruwweg 400 meter verderop, in het park dat rond het Eurostadion zal/zou worden aangelegd. ‘Daar’ wordt schertsend een kantorencomplex met een voetbalveld erin en wat plukjes groen eromheen genoemd. Over ‘hier’ wordt al twee decennia gebakkeleid tussen ‘the powers that be’: wel of geen cinemacomplex, wel of geen Brusselse versie van Madurodam, wel of geen zwemvijver. Het NEO-project krijgt nu eens rood, dan weer oranje knipper- en af en toe een klein groen lichtje. Het hangt er een beetje vanaf welke vergunnende administratie aan het woord is en wat in die administratie de dominante politieke kleur is.
Als de bevoegde instanties even de ogen dichtknijpen, kan de regio Brussel straks drie multifunctionele megacomplexen rijker zijn, alle drie in dezelfde sector, op een boogscheut van elkaar.
Het Europea-project, onderdeel van NEO en geruggesteund door de stad Brussel en de Brusselse Gewestregering, mikt op 72.000 vierkante meter en wil in 2021 de deuren openen. Het NEO-project heet sinds het najaar 2013, met de opening van de concertzaal Paleis 12, op kruissnelheid te zijn, maar eigenlijk is dat een halve waarheid. Dat Paleis 12 stond er al, als onderdeel van Brussels Expo, en werd alleen maar grondig verbouwd. Voor de rest van het project is het nog wachten op de eerste vergunning.
Zowat 5 kilometer ten westen daarvan probeert Uplace sinds 2007 op Vlaams grondgebied een mega-complex met onder meer 55.000 vierkante meter winkelruimte uit de grond te stampen. De opening was oorspronkelijk voor 2015 voorzien, maar er waren onderweg wat probleempjes met allerhande vergunningen, waardoor de eerste steen eigenlijk nog altijd gelegd moet worden.
En dan is er nog het Eurostadion, de verhoopte toekomstige thuishonk van het nationale elftal, die klaar moet zijn voor het Europees Kampioenschap van 2020. Het complex zou gebouwd moeten worden op een lap grond die eigendom is van de stad Brussel, maar op Vlaams grondgebied ligt. Die lap grond doet nu dienst als parking voor Brussels Expo, maar moet straks een stadion met 62.000 zitjes, een commercieel te exploiteren Innovatiecampus, een ondergrondse parking voor 10.000 wagens en een paar hectaren recreatief groen huisvesten. En ook winkels? Natuurlijk ook winkels! Probleem: ook hier moet de eerste spade de grond nog in.
Een probleem dat de drie projecten delen, is dat ze in de onmiddellijke nabijheid liggen van de Brusselse ring, en meer bepaald op de meest verzadigde delen ervan, waar elke dag in beide rijrichtingen lange files staan. In de animatiefilmpjes van de bouwpromotoren is daarvan niks te merken. het lijkt wel alsof ze op strooiavond gemaakt werden: een handjevol auto’s in de ene rijrichting, een handjevol auto’s in de andere rijrichting en verder een zo goed als lege ringweg. Vrachtwagens zijn in geen velden of wegen te bespeuren.
Brussels Expo is meer dan 20 jaar vragende partij voor een congrescentrum in de nabijheid van het beurscomplex. Dat congrescentrum moet 5.000 deelnemers kunnen huisvesten volgens het triple-seat principe en ook een luxehotel met 250 kamers omvatten. Kostprijs: tussen de 100 en de 200 miljoen voor het congresgebouw, te financieren door NEO, en tussen de 20 en 40 miljoen voor het hotel, te financieren door een privé-partner. Die brede budgetvorken tonen aan dat vooralsnog niemand een idee heeft. Niet over hoe het gebouw er ongeveer uit zal zien, niet over hoe het hotel er ongeveer uit moet zien en niet over wie de privépartner wordt. Ondanks al die vraagtekens wordt de opening van het complex voorzien tegen 2021.
Er zijn meerdere redenen waarom een ietwat omvattend bouwproject als ene Congrescentrum Brussels Expo zo lang in een (pre-)embryonale fase blijven zitten. Eén ervan is de complexe Belgische staatsstructuur. Bevoegdheden liggen versplinterd op federale, regionale en gemeentelijke niveaus die er genoegen in scheppen elkaar zoveel mogelijk tegen te werken. Hoe verschillender de politieke samenstelling van de beleidsniveaus, hoe groter de gretigheid om het andere niveau een hak te zetten.
Mede door een reeks schandalen verkeert de Brusselse politiek in een diepe crisis. Gewezen coalitiepartners staan met getrokken messen tegenover elkaar en het lijkt weinig waarschijnlijk – lees: zo goed als onmogelijk – dat er in de komende maanden in delicate dossiers knopen doorgehakt worden. Twee van die delicate dossiers hebben Brussels Expo als één van de hoofdrolspelers: het Eurostadion op Parking C en het congrescentrum annex hotel op de Heizelvlakte. Geen van beide lijkt zijn strakke timing te zullen halen.
Gaandeweg werd nog iets duidelijk: in delicate vastgoeddossiers is groenvoorziening de nieuwe ‘loving spoonful’, de lepel zoete confituur om de bittere pil heen. ‘We bouwen tigduizend vierkante meter vol, maar eromheen kun je wel lummelen in het groen. Liggen in het gras. Schuilen onder bomen. Pletsen en plonzen in/op de waterspiegel…
Er zijn nog geen reacties.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.