Congressen
Leiden staat in de top vijf van de nationale ICCA Ranking, het netwerk van Leidse Congresambassadeurs bestaat vijf jaar en in 2022 is Leiden ‘European City of Science’. Drie successen om trots op te zijn.
Dit jaar heeft Leiden voor het eerst de top vijf op de ICCA-lijst van Nederlandse congresbestemmingen bereikt. Op de internationale lijst neemt Leiden de 156e plaats in. Op Europees niveau haalt Leiden de 86e plek. En nationaal gezien staat de Stad van Ontdekkingen dus op de 5e plaats, na Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.
“De stijging op de lijst is een mooie beloning voor onze inspanningen”, aldus een opgetogen Yvonne Kret, manager Leiden Convention Bureau. “Met name het netwerk van congresambassadeurs werpt haar vruchten af.” Het netwerk werd in 2014 opgericht en telde meteen zestig Leidse prominenten. Vol overtuiging stortten zij zich op de taak om Leiden als internationale Congresstad op de kaart te zetten. Met succes.
Kret: “Natuurlijk hadden we best hoge verwachtingen. Maar dat Leiden zo snel tot een internationaal vermaarde congresbestemming zou uitgroeien, dat hadden we niet kunnen dromen. Onze ambassadeurs vervullen hun ambassadeurschap met verve. Daar zijn we hen ontzettend erkentelijk voor. Op 30 november organiseren we een feestelijke bijeenkomst ter ere van het vijfjarig bestaan van het netwerk.”
Inmiddels bestaat het netwerk uit 115 congresambassadeurs. Stuk voor stuk hebben ze één of meerdere internationale congressen naar Leiden gehaald of hopen dat in de nabije toekomst te doen.
Ambassadeur van het eerste uur – en eigenlijk al lang daarvoor – is Ton van Raan, emeritus hoogleraar aan de Universiteit Leiden in het kwantitatief onderzoek van wetenschappelijke ontwikkelingen. Hij is tevens oprichter van het Centre for Science and Technology Studies (CWTS) en grondlegger van het toonaangevende congres ‘International Conference on Science and Technology Indicators’, oftewel STI. De 23e editie, waar ruim 350 internationale wetenschappers en beleidsmakers op af kwamen, werd afgelopen september voor de 8e keer in Leiden gehouden. “Toen we dertig jaar geleden met dit congres begonnen, heb ik bedongen dat het om de vier jaar in Leiden zou worden gehouden”, legt Van Raan uit. “Dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven.” Het illustreert Van Raans betrokkenheid bij de stad.
“In 1977 zette ik voor het eerst voet op Leidse grond en ik was gelijk enthousiast”, vertelt hij.
“In potentie was het een prachtige historische stad, maar het was verouderd en verarmd. Er waren nauwelijks hotels en al helemaal geen gelegenheden om congressen te organiseren.”
“Mijn wetenschappelijke collega’s uit Leiden weken voor hun congressen uit naar Amsterdam of Den Haag. Terwijl Leiden toch een stad is met een rijk cultureel erfgoed. Het ging me aan het hart.”
“Met enkele ‘pioniers’ hebben we toen gezegd: ‘We gaan Leiden weer op de kaart zetten’.” Door het STI-congres in de Stadsgehoorzaal te organiseren, voegde hij de daad bij het woord.
De veranderingen die Leiden heeft doorgemaakt zijn opmerkelijk. Dat vindt Van Raan ook, terwijl hij zelf een groot aandeel in die succesvolle opmars heeft gehad. Hij zat in tal van commissies met als doel Leiden te verfraaien en bekendheid te geven. Ook is hij de bedenker van het motto ‘Leiden, Stad van Ontdekkingen’.
“De afgelopen tien jaar zijn er veel hotels en congreslocaties bij gekomen. Zelfs congressen met een paar duizend bezoekers kunnen tegenwoordig in Leiden terecht. Er is hard gewerkt om de stad in oude glorie te herstellen. De historische straten en grachten zijn weer gevuld met de leukste restaurants, terrassen en winkels. Op het gebied van kunst en cultuur is er van alles te doen en studenten en toeristen zorgen voor een levendige sfeer.”
“Leiden is weer een bruisende en welvarende stad. Een stad bovendien, waar partijen perfect samenwerken om mooie congressen mogelijk te maken. Als ik over de prachtig gerestaureerde Aalmarkt loop, of in de omgeving van de Sterrenwacht, of op het Rapenburg, ben ik trots dat ik hier een bijdrage aan heb mogen leveren.”
Ook Martine J. Jager is al jaren congresambassadeur. Als hoogleraar in de Oogheelkunde is ze verbonden aan het LUMC.
In 2021 vindt in Leiden het tweejaarlijkse International Congress of Ocular Oncology plaats, dat ze samen met vakcollega’s van het VU in Amsterdam en de Erasmus in Rotterdam organiseert. Het congres zal worden bezocht door 350 specialisten uit dertig landen.
“De afdeling Oogheelkunde in Leiden bestaat 50 jaar; een mooie aanleiding om het congres naar de stad te halen”, vertelt ze.
“Tijdens de bidpresentatie op het vorige congres kwamen we goed beslagen ten ijs met prachtige folders die Leiden Convention Bureau had gemaakt. We toonden foto’s en filmpjes en vertelden over de unieke Oudhollandse sfeer in Leiden, de gezellige cafés en terrassen, de vele musea en monumenten, boottochtjes over de grachten en noem maar op.”
“Wat misschien nog wel de doorslag gaf, was het nieuwe Singelpark. De singel is een brede gracht rond de oude stad die momenteel in ere wordt hersteld. Door de aanleg van vijf nieuwe bruggen en een park ontstaat een prachtige wandelroute rondom de stad. De ochtendrun die we daar willen organiseren viel bepaald in goede aarde.”
Jager woont zelf sinds 1974 in Leiden. Graag maakt ze een ochtendwandeling. “Over de Rapenburg of door de Middeleeuwse straatjes in de buurt van de Sint Pieterskerk of de Hortus botanicus. Dat vind ik schitterend”, zegt ze. “Wat mij betreft is Leiden is de perfecte congresbestemming. Hotels en congreslocaties in overvloed, alles betaalbaar en op loopafstand, en vanaf Schiphol ben je er in een kwartier. Wat wil je nog meer?”
Er zijn nog geen reacties.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.