Congressen
Ahoy-directeur Jolanda Jansen wil graag vooruitkijken naar nieuwe kansen voor de event-industrie, maar in gesprek met Conference Matters is de coronacrisis nooit ver weg. Namens de branche lobbyde ze zich suf, maar de politiek luisterde slecht. Frustrerend, maar inmiddels draait ze met Rotterdam Ahoy weer op volle kracht. “Je moet door een crisis heen kunnen kijken.”
“Ze zeggen wel eens dat je je uit een crisis moet investeren, dus dat hebben we gedaan”, lacht Jolanda Jansen. Niet helemaal bewust, want het eind 2020 geopende Rotterdam Ahoy Convention Centre (RACC) was natuurlijk al lang in aanbouw toen een klein jaar eerder de pandemie der pandemieën uitbrak in ons land. Het congresgebouw en de nieuwe muziekzaal RTM Stage stonden vervolgens goeddeels een jaar leeg, maar is inmiddels volop in gebruik.
“Gebiedsontwikkeling, innovatie en nieuwsbouw hebben natuurlijk altijd een langere looptijd”, vervolgt Jansen. “Het congrescentrum is er inmiddels, maar de oplevering van het hotel naast Ahoy hebben we vanwege corona iets uitgesteld, tot september volgend jaar. Wat betreft de investering in inrichting van de nieuwbouw hebben we tijdens de crisis wel bewust gekeken waarin we nu wel al zouden investeren en waarin nog even niet. Ondertussen is het acquireren van congressen gewoon doorgegaan, want zoiets heeft een doorlooptijd van vier tot acht jaar. Het enige dat we een tijdlang niet konden aanbieden, waren site-visits. Die bezichtigingen gingen online door. Er is zelfs een congresklant binnengehaald zonder dat die de locatie ooit heeft bezocht.”
Sinds maart is Ahoy weer open, maar het duurde tot mei voordat het eerste grote congres plaatsvond in het nieuwe RACC. “Sinds de heropening draaien we zo veel mogelijk dubbele bezettingen, om het grote aantal inhaalevenementen te kunnen huisvesten”, vertelt Jansen. “Door de uitbreiding kunnen we natuurlijk extra events aan, maar na de laatste lockdown moesten we echt even flink gas bij geven: van nul naar tweehonderd kilometer per uur. Met het RACC kunnen we nu heel goed beurzen en congressen combineren. Tegelijk is dit alles ook wel echt een zware belasting voor onze medewerkers, want net als de rest van de branche hebben ook wij last van personeelstekorten.”
“Politiek stuurt op beeldvorming, niet op ratio en inhoud”
Hoe positief het verhaal van Jansen ook is, ze ontkomt er niet aan om het over corona te hebben. “De impact op de evenementenbranche is nog altijd dermate groot dat je er simpelweg niet aan ontkomt”, erkent de Ahoy-directeur, die vooropliep in de lobby richting het kabinet dat haar sector langdurig op slot gooide. “Die rol vervulde ik vooral omdat Ahoy de hele breedte van events onder één dak heeft: sport, cultuur en entertainment, maar ook de zakelijke markt. Wat ik heb geleerd is dat het in de politiek vaak gaat over beeldvorming, niet over ratio en inhoud. Dat is frustrerend, want je hoopt dat het over het grote bredere belang gaat.”
Toch heeft de pandemie ook voor iets positiefs gezorgd: eendracht in de eventbranche. “Onze sector was voorheen veel te versnipperd om een luide stem te kunnen laten horen richting Den Haag”, constateert Jansen. “Tijdens de coronacrisis ontstonden twee elkaar versterkende partijen, die respectievelijk de zakelijke en publieksevenementen vertegenwoordigden. Het Eventplatform en de Alliantie van Evenementenbouwers. Hoe versnipperd de eventsector ook was, iedereen had hetzelfde belang: zo snel mogelijk van die anderhalve meter af, die ondoenlijk was voor grote evenementen. Op dat vlak waren uiteenlopende partijen zoals NOC*NSF, voetbalbond KNVB, de Vereniging van Evenementenmakers (VVEM) en veel andere partijen in de hele keten het hartgrondig met elkaar eens.”
De frustratie over het overheidsbeleid steekt soms nog de kop op tijdens het interview. “De politiek zat natuurlijk helemaal in een kramp als het om de besmettingscijfers ging. Terwijl die natuurlijk toenemen als je de samenleving weer opengooit. Waar werd nou eigenlijk op gestuurd? Dat veranderde ook voortdurend: de ene keer ging het specifiek om de ouderen, de andere keer om het R-getal of de druk op de zorg. Daardoor schoot het beleid alle kanten op.”
Toch overheerst het optimisme bij Jansen. Ze is alweer negentien jaar verbonden aan Ahoy en heeft tijdens de pandemie het 50-jarig bestaan van ‘haar’ evenementenlocatie gevierd. “Het blijft me boeien, want ik heb in al die jaren veel verschillende dingen gedaan. Nog altijd voel ik de spanning en adrenaline die horen bij deze branche. Ik ben een bedrijfskundige en echt een generalist. Daardoor boeien de meest uiteenlopende evenementen me, van topsport tot een vakcongres over waterstof. Ik vind het prachtig hoe maatschappelijke ontwikkelingen zich kunnen vertalen in een live-event. Je maakt plannen op papier, waarna het succes pas duidelijk wordt op de vloer. Als zo’n plan slaagt in de praktijk, krijg ik daar echt een kick van.”
Dat is de kracht van live-communicatie voor Jansen: zodra de deuren van Ahoy openslaan, moet een event staan als een huis. “Je krijgt geen tweede kans”, zegt ze. “Met corona was dat gelukkig anders, want de steunmaatregelen hebben de branche door meerdere lockdowns heen geholpen. Zelf voelde ik een sterke innerlijke drive om er doorheen te komen. En dat is gelukt.”
Dat de branche de afgelopen twee jaar is veranderd staat buiten kijf. “In de coronatijd is digitaal heel belangrijk geworden, ja, het was echt een zegen”, zegt Jansen. “We hebben er veel van geleerd. Toch is ‘live’ uiteindelijk altijd de basis. We blijven met elkaar afspreken, we willen elkaar blijven ontmoeten. Dat is de essentie. Natuurlijk zijn er steeds meer congressen die ervoor kiezen om hun keynote-speaker te livestreamen voor wie er niet bij kan zijn, maar die digitale voorzieningen gelden toch vooral als ‘ad-on’ om extra bereik te realiseren, met mensen die anders toch niet waren gekomen.”
“Corona heeft juist versterkend gewerkt voor eventbranche”
Het enthousiasme van elkaar weer kunnen ontmoeten, ervoer Jansen als geen ander toen in november vorig jaar (dus nog vóór de laatste lockdown) de eigen maritieme vakbeurs Europort weer kon doorgaan. “Op een bepaalde manier heeft corona juist versterkend gewerkt voor onze branche”, blikt ze terug. “Dit medium heeft bewezen onvervangbaar te zijn. De vernieuwing zit hem vooral in heel goede content. Daarom kiezen steeds meer beurzen ervoor om tegelijk een eigen congres te organiseren, en vice versa. Een goed voorbeeld is het ABN Amro Open, waar komend jaar rond het tennistoernooi veel meer seminars worden georganiseerd. Daarmee wordt extra inhoud toegevoegd aan hospitality en relatiemarketing.”
Live-communicatie heeft volgens Jansen een enorme maatschappelijke waarde, die niet altijd door iedereen wordt onderkend. “De spin-off van evenementen voor de lokale economie is enorm. Het is van belang om richting overheden onze economische meerwaarde aan te tonen. Ons maatschappelijke nut wordt nog steeds onderschat, al heeft de corona-lobby dat wel beter zichtbaar gemaakt. Als optimist zie ik dat als pure winst van de twee zware jaren die achter ons liggen.”
Toch blijft er altijd werk aan de winkel voor ‘event-missionarissen’ zoals Jansen. “De live-communicatie moet duidelijk maken wat haar rol is naast de algemeen bekende massamedia”, zegt ze. “Online events zijn geen vervanging van live. Zelfs uitgevers van games, die in coronatijd als een dolle hebben gedraaid, benadrukken het belang van elkaar ontmoeten, want zo bouw je het best aan je community. Ook de metaverse kan die fysieke ontmoeting niet vervangen. Wel geloof ik in Augmented Reality als onderdeel van een evenement. Dat zag je bij het Songfestival in Ahoy: dankzij AR-technieken leek de Erasmusbrug echt de zaal in te komen. Dat effect was heel indrukwekkend. Denk ook aan de inzet van hologrammen, zoals bij de ABBA-concerten in Londen. Digitale technieken zijn geweldig als ondersteuning, maar ‘live’ blijft essentieel.”
Interview: Jeroen Mirck
Fotografie: Serge Ligtenberg
Er zijn nog geen reacties.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.