Beurzen
Land of possibilities?
Het volkslied rept van ”Land of the free”, maar wie er voor het eerst aan een beurs deelneemt, kijkt vaak raar op zijn neus. ‘Sorry, not possible!’ is veruit het meest gehoorde zinnetje. Toch zijn de Verenigde Staten zonder meer beursminded. Maar dan wel op “the american way”.
Land of possibilities?
Het volkslied rept van ”Land of the free”, maar wie er voor het eerst aan een beurs deelneemt, kijkt vaak raar op zijn neus. ‘Sorry, not possible!’ is veruit het meest gehoorde zinnetje. Toch zijn de Verenigde Staten zonder meer beursminded. Maar dan wel op “the american way”.
De Verenigde Staten mogen dan het land van de ongebreidelde vrijheid zijn, het is óók het land van de bureaucratie. Wie voor het eerst in de VS aan een beurs deelneemt, krijgt geheid een cultuurschok: zoveel formuliertjes. En bij elk formuliertje volgen opmerkingen over items die niet correct zijn ingevuld…
Wie tijdens de opbouw in Lyon, Milaan of München een technisch probleem heeft, regelt dat snel even met een collega of met de organisator. Wie datzelfde probleempje in de Verenigde Staten heeft, zal een lange tocht moeten maken langs loketten en bureaus, waar telkens met een vriendelijke smile wordt gezegd: “Sorry, not possible!”
Een exposant op een Europese beurs die tot de top tien van die beurs behoort, heeft recht van spreken en kan tegenover de organisator eisen stellen. Amerikaanse organisatoren moeten het grondplan laten goedkeuren door de halleneigenaar en de plaatselijke brandweer alvorens ze de eerste vierkante meter mogen verkopen. Afwijken van het oorspronkelijke grondplan? Sorry, not possible!
Vakbonden
Vrijwel alle Amerikaanse beurzen worden volgens een identiek stramien in elkaar gezet. Een organisator kiest een locatie en sluit daarmee een “naakt” huurcontract af. Daarna gaat hij op zoek naar een “general contractor”, die de praktische en logistieke kwesties voor zijn rekening neemt. De general contractor (of realisator) sluit op zijn beurt akkoorden met onderaannemers voor een aantal deeltaken: logistiek, standbouw, elektrische voorzieningen, belichting, catering…
Kous af? Niet helemaal. Omdat de toegeleverde diensten seizoensgebonden zijn, zijn de meeste (onder)aannemers in feite lege dozen die, waar nodig, gevuld worden met personeel dat door vakbonden wordt geleverd. De beursorganisator en de general contractor maken onderling afspraken over het uurtarief dat aan de gebruikers doorberekend zal worden. Met de vakbonden maken ze afspraken over welk bedrag per uurprestatie bij de vakbond terecht komt en welk percentage daarvan uiteindelijk naar de vakman gaat. Aan dit ingewikkelde systeem komen ploegleiders en opzichters en verificateurs te pas en ook die moeten betaald worden.
Hoewel de meeste Amerikaanse staten tegenwoordiger een wat liberalere politiek hanteren, waardoor je niet meer bij een vakbond hoeft te zijn aangesloten, zweren de meeste beurscentra bij de oude regeling. Dat is enigszins logisch, want het gros van de beurscomplexen is eigendom van de stedelijke overheden en die zijn vaak nauw vervlochten met de vakbonden.
Drayage
Anders dan veel Europese beurscentra, bevinden de Amerikaanse “convention centers” zich doorgaans pal in de stad, omringd door hotels, restaurants, bioscopen en kantoorcomplexen. Dat is bijzonder aangenaam voor de bezoekers, maar iets minder handig voor wie in het beurscomplex aan het werk is. Daarom gelden voor beurzen in de Verenigde Staten rigide maatregelen om de opbouw ordentelijk te laten verlopen. Hoe rigide? Erg rigide. En er valt niet op af te pingelen.
Geen enkele exposant of standbouwer kan tijdens de opbouw doodleuk met zijn spulletjes bij het beursgebouw komen aanrijden. Alles wat het beursgebouw in moet, wordt verzameld in een opslagruimte buiten het stadscentrum. De vrachtwagens van de transporteurs worden er ontladen – tegen betaling uiteraard – en de goederen worden per hal in een logische volgorde gezet. Daarna worden ze door een gespecialiseerd firma – tegen betaling alweer – het beursgebouw binnengereden en op de juiste plek afgezet. Deze dienst, drayage genoemt, is voor <@pc>first time<@$p> exposanten steevast een steen des aanstoots. Goederen die niet op tijd in de opslagruimte zijn, moeten apart worden behandeld en dan loopt de geldteller gewoon twee keer zo snel.
Dat hangen we straks nog even op? Niet in de Verenigde Staten! Alle hangende standonderdelen moeten vooraf aan de general contractor worden opgestuurd. Daar ondergaan de materialen een technische keuring. Vroeg in de opbouw worden ze naar het beurscomplex overgebracht en door een technische crew in elkaar gezet volgens de bijgeleverde montage-instructies. Ontbreken die instructies, dan wordt er niet gemonteerd, laat staan opgehangen.
Uit de hemel
Wie in de Verenigde Staten wel eens een beurs bezocht, zal het zijn opgevallen: Amerikaanse exposanten houden van hoogpolig tapijt als vloerbekleding. Daar is een reden voor. Anders dan de meeste Europese beurscentra, zijn de convention centers in de VS niet uitgerust met technische vloersleuven. In de nieuwere centra worden nutsvoorzieningen via het plafond aangesloten. In oudere centra worden de aansluitingen via de grond naar het dichtstbijzijnde contactpunt in de muur of in een pilaar geleid. De dikke tapijten zijn ervoor om de aansluitingen aan het zicht te ontrekken.
@p:Dat Amerikaanse exposanten en standbouwers het minder op systeemvloeren begrepen hebben, is voor een deel door die traditie geïnspireerd, maar heeft ook te maken met de American Disabilities Act. Die schrijft onder meer voor dat elke voor een publiek toegankelijk plaats ook voor motorisch gehandicapten toegankelijk moet zijn. Wie voor een systeemvloer kiest, kan maar beter ook een hellend vlak voorzien. Anders riskeert u dat een advocaat er een lekker kluifje voor een rechtszaak in ziet.
Anders
In 1967 werd het McCormick Center in Chicago volledig vernield door een brand. Dat was de aanleiding om de veiligheid in beurscomplexen grondig onder de loep te nemen en een aantal stringente maatregelen te treffen. Omdat de branche zelf vragende partij was en mee aan de onderhandelingstafel zat, konden standaarden ontwikkeld worden die werkbaar zijn. Alleen… het zijn Amerikaanse standaarden en in de praktijk blijken die net iets anders te zijn dan de Europese. Vooral de elektrische uitrusting bezorgt Europese exposanten en standbouwers veel kopbrekens. De Amerikaanse elektriciens zoomen in op de kleinste details om hun monopolie veilig te stellen. Of zoals Ray Verhelst het treffend verwoordt in zijn gids: “They will attempt to change what they can and forbid the use of what they can’t change.”
Boek
Over de problematiek rond beursdeelnames in de Verenigde Staten schreef Ray Verhelst de gids “Secrets to Succesful Exhibiting in the U.S.” Het boek is te bestellen via www.irradiatedesign.com.
Er zijn nog geen reacties.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.