Congressen
Het beperken van reisbewegingen en het streven naar een autoluwe stad, zijn op zich goed te begrijpen. Echter past hier geen one-size-fits-all aanpak. Zo vraagt een incoming zakelijke groep om een aangepaste logistiek, met zo min mogelijk stremmingen. Daar lijken diverse overheden zich niet van bewust.
In Nederland ontbreekt het aan een Minister van Toerisme en hetzelfde geldt op gemeenteniveau als het gaat om een Wethouder van Toerisme. In mijn moederland Italië is dat bijvoorbeeld wel het geval.
Er wordt beleidsmatig geen onderscheid gemaakt tussen bezoekers met een zakelijk motief of degenen die ter ontspanning ons land bezoeken. Dat terwijl zakelijke bezoekers ander gedrag vertonen, andere prioriteiten hanteren en een ander uitgavepatroon hebben. Zelfs binnen het segment zakelijk is er een duidelijk onderscheid: een congresbezoeker besteedt in Nederland gemiddeld €389 per dag, en dat is bijna €100 meer dan de dagelijkse bestedingen van een individuele zakenreiziger.
Dat wetende zou je kunnen bedenken dat het gerechtvaardigd is dat er op Schiphol een congresbalie komt nog voor de douane. Bij zakelijke groepen is efficiency immers key. Waar luchtvaartmaatschappijen wel verschil maken in doelgroep, daar verzaken luchthavens om hetzelfde te doen.
In mijn thuisstad Amsterdam zie je ontwikkelingen die de bereikbaarheid van het centrum steeds moeilijker maken. Voor onze sector is het echter essentieel dat bussen en taxi’s met zo min mogelijk hindernissen onze gasten naar de hotels en venues kunnen brengen.
En als de beleidsmakers het openbaar vervoer als de toekomst zien voor binnenstedelijk transport, dan moet men daar ook in willen investeren. Nu worden buslijnen geschrapt uit kostenbesparing.
Met de aanbouw van nieuwe hotels aan de rand van de stad is niets mis, maar de mensen komen niet naar Amsterdam om de omliggende polder te zien. Die komen voor de stad en dan is dat belangrijk dat ze daar eenvoudig kunnen komen.
Als men zich wil positioneren als intellectuele stad, dan is het van belang om ook beleid te maken gericht op congresgroepen. En dan heb ik het niet alleen over de hele grote congressen. In mijn tijd bij het Hilton ontvingen we veel bijeenkomsten van honderdvijftig deelnemers en er zijn er nog veel meer van dertig, veertig personen. Uiteindelijk is de markt van grote vergaderingen en kleine congressen veel belangrijker dan die af en toe voorbijtrekkende grote congressen.
Het segment congresbezoekers is zowel qua ontwikkeling van de kenniseconomie, als financieel gezien te belangrijk om die binnen een algemeen toeristisch beleid te laten vallen. Zeker als je ook nog pretendeert om de overlast door massatoerisme te willen terugdringen.
In mijn ogen is een passend beleid alleen te ontwikkelen als een stad een zelfstandig meeting- en congresbureau heeft dat niet bij een volgende bezuinigingsronde weer wordt weggemoffeld onder de afdeling toerisme. Dit zelfstandige bureau kan dan samen met de event- en hospitality-sector helpen om een gericht beleid te ontwikkelen voor zakelijke groepen en zich ook gezamenlijk eenduidig naar die doelgroep presenteren.
Er zijn nog geen reacties.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.