De evenementensector wordt straks mogelijk fors geraakt door de kabinetsplannen om het btw-tarief op cultuur, boeken en sport te verhogen van 9 naar 21 procent. Maar waar de ene partij er niets van lijkt te gaan voelen, is voor andere spelers de impact groot.
Eerst even op een rij. Het kabinet wil het btw-tarief op cultuur, boeken en sport verhogen van 9 naar 21 procent. Voor wie gaat dat gelden? Concertorganisatoren, artiesten, openbare musea, aanbieders van commerciële sportactiviteiten en boeken- en krantenuitgevers gaan die maatregel voelen. Voor bioscopen, attractieparken, speeltuinen, circussen, kermissen, dierentuinen en niet-commerciële sportverenigingen blijft het btw-tarief van 9 procent in stand.
Het plan leverde verschillende protesten op, onder meer toen op Prinsjesdag een brede coalitie uit de wereld van cultuur, leisure, sport, evenementen, media, boeken en logies actievoerde. Toen de Gouden Koets voorbijtrok, werd een ‘kassabon voor de samenleving’ uitgerold. De boodschap: het raakt iedereen.
Er is ook veel kritiek op de plannen van belangrijke instituten als de Raad van State en de Belastingdienst. Zij vinden het allemaal te ingewikkeld. Toneel- en museumkaartjes worden bijvoorbeeld duurder, terwijl attractieparken en bioscopen lager blijven belast.
En ook al heeft het kabinet een doorberekening laten maken, volgens een rapport van ABN Amro zal de btw-verhoging de staatskas minder opleveren als het gaat om hotels, pensions en andere logiesverstrekkers. Slechts een derde van de verwachte opbrengst van bijna een miljard euro zal daadwerkelijk binnenkomen, meldt de bank, die de maatregel ‘slecht doordacht’ noemt.
De schatting van het kabinet is gebaseerd op een hotelomzet van 6,8 miljard euro in 2022, maar die daalt waarschijnlijk door de btw-verhoging. Daarnaast worden de belastingopbrengsten overschat. Want bijna 40 procent van de hotelgasten zijn zakenreizigers van wie de bedrijven de btw kunnen terugvorderen.
Daarnaast is 36 procent van de hotelomzet afkomstig uit de verkoop van food & beverage, maar bijvoorbeeld ook zaalverhuur, audiovisuele middelen en parkeerplaatsen. Deze vallen buiten de btw-verhoging, waardoor slechts 34,8 procent van de totale omzet geraakt wordt door de nieuwe maatregel.
Dineke Philipse, verenigingsmanager bij CLC-Vecta, de branchevereniging voor de zakelijke evenementenbranche, en coördinator YOIN excellent meeting places, het onafhankelijke keurmerk voor evenementenlocaties, reageert terughoudend op de vraag wat de btw-verhoging voor de leden van CLC-Vecta en YOIN gaat betekenen.
“Wij hebben een gemixte achterban. Puur vanuit congressen en evenementenlocaties bekeken is het effect marginaal, want zij kunnen het verrekenen. Maar het is niet zo zwart-wit. Ik sprak bijvoorbeeld een organisator van zakelijke beurzen en congressen, die óók een ‘back to the 90’s’-publieksevenement doet. Daar gaat de btw-verhoging wél effect hebben. En dat geldt ook voor venues. Sommigen hebben een congres waarvoor de verhoging wel geldt, maar te verrekenen is door de opdrachtgever, terwijl dat voor een bruiloftsfeest niet het geval is. Dat is best ingewikkeld.”
Hoewel Philipse wel vragen krijgt van de leden, is er anderzijds ook een afwachtende houding. “Er is misschien ook wel het gevoel dat er nog ruimte is om te bewegen. Zo van: we zien het wel als het zover is. Maar er zijn natuurlijk ook artiestenbureaus die boeken voor grote festivals, maar ook kleinere feesten. Daar is de zorg wel echt groter, ook bij artiesten zelf. Het moet uit de lengte of de breedte, de prijs gaat omhoog en kan dat wel?”
“Grote organisatoren als Mojo of ID&T kunnen misschien wel zeggen ‘we verhogen de prijs van de tickets’, maar er zit nog zoveel achter in die hele keten. Denk daarbij ook aan niet-entreeheffende (Bevrijdings)festivals, georganiseerd vanuit een stichting. Die zien de kosten fors stijgen maar kan dat niet doorbelasten in een hogere ticketprijs. Wat betekent dit voor het aantal artiesten in de line-up?”
Uit de economische analyse blijkt dat de btw-verhoging zal leiden tot 1,5 miljoen minder bezoeken aan festivals en 900.000 minder bezoeken aan podiumkunsten. De VNPF, Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals, laat weten dat de btw-verhoging de popsector ‘zeer hard’ gaat raken. De bezoeken en inkomsten namen vorig jaar weliswaar toe, maar de kosten voor energie, personeel, horeca-inkoop en artiesten stegen volgens de VNPF explosief.
De Vereniging van Evenementenmakers (VVEM) spreekt zijn grote zorg uit over de voorgenomen plannen. ‘Het aangekondigde verhoogde tarief maakt een bezoek aan festival of concert minder bereikbaar voor een grote groep Nederlanders. Daardoor wordt ons land minder aantrekkelijk voor grootschalige producties en komt het ondernemersklimaat in deze branche onder grote druk te staan.’
Willem Westermann van VVEM zegt: 'Voor ons is duidelijk dat de btw-verhoging een lelijk instrument is voor het kabinet om geld te vinden om de begroting sluitend te maken. Onze ticketprijzen – de voornaamste inkomstenbron voor de meeste evenementen is de kaartverkoop - zullen helaas stevig in prijs gaan stijgen. De organisatoren hebben als ondernemer niet de mogelijkheid dit soort stijgingen op een andere manier op te vangen. Met de ook verder stijgende kosten van personeel en materialen erbij, die je ook in de stevige inflatie ziet terugkomen, is een verdere stijging van de ticketprijzen onontkoombaar.'
Specifiek over de zakelijke markt meldt Westermann dat deze vooral ook last zal hebben van de stijging van de logies, het betaald overnachten. 'De ondernemer ziet vaak al een stijging van de lokale toeristenbelasting, maar nu ook nog een heel stevige stijging van de btw. Ook deze verhoging zal op de overnachtende bezoeker worden afgewenteld, wat onze concurrentiepositie verslechterd en ook simpelweg minder gastvrij is.'
Volgens Maarten Schram, directeur IDEA - leading agencies in live, worden de sectoren die rechtstreeks voor de eindgebruiker werken het hardst geraakt. “De kern van onze doelgroep bij IDEA, de bureaus, werkt veelal voor de zakelijke opdrachtgever en daar is de impact kleiner of zelfs nauwelijks voelbaar.”
“Maar let wel, er is veel verborgen impact. Daar waar het incentives met overnachtingen of particuliere evenementen met entertainment betreft bijvoorbeeld, is de impact fors. Een btw-verhoging heeft in die gevallen direct invloed op de inkoopkosten en dus op de prijs voor de afnemer en opdrachtgever.”
“En ook bij trajecten waarin arrangementen en/of tickets verwerkt zitten. Ook daar is er een directe consequentie voor de opdrachtgever en zal de sector dit mogelijk merken in terughoudendheid en te maken keuzes van een klant.”
Ook in het publieke domein, de festivals, zijn er volgens Schram grote gevolgen. “De verhoogde ticketprijzen zijn zeer waarschijnlijk van invloed op bezoekersaantallen en daarmee op het beoogde bereik van merkactivatietrajecten. Tot slot is de impact in veel aanpalende sectoren - waar wij als eventsector samen mee optrekken en ook regelmatig deelopdrachten voor uitvoeren – zoals gastvrijheid, toerisme, kunst en cultuur – het meest merkbaar. De beoogde btw-verhoging heeft in de livecommunicatiesector dus wel degelijk impact, alhoewel het erg verschilt qua type events en dienstverlening.”
Philipse wijst nog op een btw-verhoging die in 2011 korte tijd werd doorgevoerd naar 19 procent voor de eventbranche. “Daar is toen op geanticipeerd door eerder te beginnen met kaartverkoop. Daarna ging de btw alweer snel omlaag, dus was er niet een heel duidelijk effect meetbaar. Het vervelende is dat er nu wel een doorberekening is en het geld ergens vandaan moet komen. Dat voelen we in de lobbygesprekken die we voeren. Anderzijds zien we dat de Raad van State en de Belastingdienst er ook mee worstelen, als het gaat om de uitlegbaarheid. Het is voor ons in die zin geen gelopen race.”
Daar lijkt het zeker op. Want de Raad van State bekritiseert de haast waarmee bepaalde plannen worden doorgedrukt. Zo schrijft de Raad dat ‘bij een deel van de in het pakket opgenomen maatregelen budgettaire samenhang met de begroting van volgend jaar ontbreekt of opname lijkt te zijn ingegeven door de enkele wens om inwerkingtreding per 1 januari 2025 mogelijk te maken’.
Het adviesorgaan van het kabinet stelt dan ook voor langer de tijd te nemen voor maatregelen die ‘omvangrijk, complex of politiek omstreden zijn’.
Er zijn nog geen reacties.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.