Beurzen
Waar het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering afhaakte, daar ging Caroline Cramer door. In februari verzorgde ze voor het eerst voor eigen rekening en risico de Holland Paviljoens op Gulfood in Dubai. Nog steeds met de haar kenmerkende energieke aanpak.
Twintig jaar lang was ze de schakel tussen de Nederlandse foodsector en internationale beurzen als Anuga, SIAL en Gulfood. Caroline Cramer verzorgde het projectmanagement van de Holland Paviljoens op deze internationale foodvakbeurzen.
Dat deed ze namens het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering, een door het bedrijfsleven gefinancierde stichting die via betaalde handelsmissies, beursdeelnames en netwerkbijeenkomsten Nederlandse bedrijven ondersteunde bij het contact leggen op de internationale markten.
Maar het NCH is niet meer. In februari van dit jaar presenteerden de ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken, VNO-NCW en MKB-Nederland wel een nieuwe stichting (NL International Business) met eenzelfde doelstelling als het NCH, maar over collectieve beursdeelnames wordt niet gerept.
Caroline Cramer besloot halverwege 2016 de ontwikkelingen niet af te wachten en startte haar eigen bedrijf Orange Exhibition Management.
“Ik ben net terug uit Dubai waar ik de Holland Paviljoens op Gulfood heb verzorgd. Toen duidelijk werd dat het NCH zou stoppen met de paviljoens heb ik in overleg met het bestuur de organisatoren van de beurs gevraagd of ze met mij verder wilden gaan als agent en pavilion organiser. Dat wilden ze zeker. In Dubai draait het allemaal om vertrouwen en al die jaren was ik voor hun de enige contactpersoon. Ze kwamen niet direct met een contract, want zo werkt het daar niet. Stuur ons je bedrijfsnaam en KvK-nummer en dan komt alles in orde, was het antwoord. Dat was best wel spannend, maar uiteindelijk heb ik de stap gewaagd en ben Orange Exhibition Management begonnen.”
“Gulfood is niet moeilijk als het gaat om voldoende exposanten te krijgen. Veel bedrijven zien het toch als de hub naar India en Azië; twee hele grote en groeiende markten. De beurs is altijd uitverkocht. Vrije standruimte is helemaal niet meer beschikbaar, dus je bent als Nederlands bedrijf wel aangewezen op het Holland Paviljoen. Dat is natuurlijk een luxepositie, maar ik vind het ook vervelend. Ik zou graag ook nieuwe bedrijven de kans geven deel te nemen en de gevestigde bedrijven meer standruimte en hun eigen identiteit willen geven.”
“Verder kennen de foodbedrijven mij al heel lang en ik heb ervoor gezorgd dat de kosten ondanks de nieuwe situatie niet hoger zijn geworden. Ook bij NCH was het een activiteit die volledig door de deelnemers gefinancierd werd.”
“De segmenten zijn tegenwoordig gesplitst over drie beurzen. Gulfood, die elk jaar in februari plaatsvindt en dit jaar voor het eerst was opgedeeld in sectoren. September 2017 is er de eerste editie van GulfHost als onderdeel van de Dubai International Hospitality Week. Die beurs richt zich qua food meer op hotelcatering. En dan is er sinds 2014 Gulfood Manufacturing in november, voor de leveranciers in processing & packaging en ingredients. Die laatste groep mag nu helemaal niet meer op Gulfood staan.”
“Maar er zijn nog steeds wachtlijsten, ook voor de Holland Paviljoens. En los van het feit dat het Dubai World Trade Centre helemaal uitverkocht is, zit ook nog het verkeer muurvast. Het is zowel met de taxi, als metro een heel gedoe om bij de beurs te komen.”
“Voorlopig is dit probleem niet opgelost. We moeten waarschijnlijk wachten tot 2024. In 2020 vindt de World Expo in Dubai plaats en daarvoor ontwikkelen ze nu een terrein dicht bij de nieuwe luchthaven, waarmee een directe metroverbinding komt. Na afloop van de World Expo komen er ook nog tentoonstellingscomplexen en hotels bij, want het terrein van de wereldtentoonstelling krijgt dan een nieuwe bestemming. Je hebt kans dat het beurzencircus zich dan helemaal naar buiten de stad verplaatst.”
“Wat in het algemeen geldt voor het zakendoen is dat het allemaal draait om vertrouwen. Men moet je bijna als familie beschouwen, willen ze met je in zee gaan. Dat betekent dat je elkaar meerdere keren moet zien bij verschillende gelegenheden. Je moet ook een keer samen shisha hebben gerookt, zeg maar.”
“Daar hoort vaak ook een bezoek aan Nederland bij. Dan is het belangrijk om te weten dat hun weekend duurt van donderdagavond tot en met zaterdagavond. Zondag is een werkdag en men verwacht dat de Nederlandse gastheer die vrije dag opoffert om hen rond te leiden.”
“Voor de beurs zelf is het zaak om rekening te houden voor de importregels voor food. Er is een strenge certificering met banned colors en houdbaarheidsissues. Vaak verkijken exposanten zich er op hoeveel tijd het goedkeuringstraject door de Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit in beslag neemt, met het risico dat men zonder producten op de beurs staat.”
“Daarnaast is er een groot verschil in wat wij denken wat kwaliteit is en wat men er in het Midden-Oosten of in Azië onder verstaat. Dat merk je heel erg bij de standbouw. Hoe het er uitziet en qua materialen voldoet niet aan de standaard die mijn deelnemers gewend zijn en de standbouwers daar hebben een ander idee van wat schoon en mooi is dan wij.”
“Maar dat is mijn rol. Ik werk inmiddels al 12 jaar samen met een standbouwer uit Dubai. Het heeft enige jaren geduurd, maar nu zitten we op één lijn.”
“Ik verzorg ook nog het Holland Paviljoen op SIAL China. Verder ben ik aan het kijken wat ik nog meer kan doen, zowel op het gebied van beurspaviljoens als begeleiding van individuele exposanten. Dat zal in eerste instantie vooral op het gebied van food zijn – misschien ook nog in de veehouderijsector – en beurzen buiten Europa. Ik wil sowieso de bedrijven in Nederland gaan bezoeken om ook buiten de beurs contact te houden en mijn oor te luisteren te leggen in welke markten hun interesse ligt. Daar was bij NCH geen ruimte voor. Nu wel.”
“Ik ben een echt beurzenbeest. Dat geregel en geploeter tijdens de opbouw vind ik geweldig. Dan ben ik als een spin in haar web. Onder druk zorgen dat iedereen dat extra stapje zet om het toch allemaal weer op tijd voor elkaar te krijgen. En tijdens de beurs er op toezien dat alles goed verloopt. Praten met mijn klanten, luisteren hoe de markt in elkaar steekt, praten met andere beursorganisatoren en vragen van bezoekers beantwoorden. Het kost enorm veel energie, maar ik kom altijd weer voldaan terug. En als dan de exposanten zoals tijdens de afgelopen Gulfood hun waardering laten blijken en mij uitroepen tot chick van de week – inclusief pluche kip als trofee – dan voelt dat heel goed.”
Er zijn nog geen reacties.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.